Het idee dat ik zojuist kreeg is zo goed dat ik nog steeds kippenvel heb van pure emotie. Het idee heeft te maken met iets waar het kabinet tegenwoordig de mond van vol heeft: vrijwilligerswerk.
Aan vrijwilligerswerk – collecteren bijvoorbeeld – heb ik nooit meegedaan omdat ik het niet zo goed begreep. Ik zag ze wel eens door de regen strompelen met een collectebus in de hand, vrijwilligers die geld ophaalden voor Een Goed Doel. Dan stond een collectant aan mijn deur en vroeg, me daarbij met priemende oogjes aankijkend: ‘Hebt u nog wat geld over voor Het Goede Doel?’
Als ik ‘nee’ zou zeggen, kreeg ik meteen het stempel opgedrukt van Slecht Mens. Slecht egoïstisch zelfzuchtig mens. Toch ben ik dat niet. Denk ik. Hoop ik. Maar serieus, ik weiger geld te geven aan stichtingen waarvan de directeuren met een Godsvermogen naar huis gaan.
‘Weet je wel dat je nu het salaris van je baas bij elkaar sprokkelt?’ vraag ik vaak aan degene die voor m’n deur staat. Onverbiddelijk ga ik verder tegen de verbijsterde collectant: ‘Weet je wel hoeveel jouw baas verdient? En weet je wel hoeveel, van dat geld dat jij nu ophaalt, daadwerkelijk terecht komt bij de mensen die het ECHT nodig hebben?’
Meestal verdwijnen ze dan weer, de goedwillende collectanten en het is om HUN dat ik af en toe toch wat in die bus prop, ondertussen heus wel beseffend dat mijn geld linea recta naar de baas toegaat.
Ik moet vaak aan de collectanten denken tegenwoordig. Ik hoor het kabinet namelijk steeds vaker roepen: ‘De mensen zouden meer vrijwilligerswerk moeten doen’ en inderdaad, je ziet het meer en meer om je heen gebeuren: betaalde banen worden weg gesaneerd en de betrokkene mag als vrijwilliger zijn eigen – voorheen betaalde baan – weer oppikken. Grandioos plan. Dat er daarna nog veel meer geld overblijft om de zakken mee te vullen wordt gemakshalve niet vermeld.
Omdat ik in eerste instantie zo afwijzend stond tegenover dat vrijwilligerswerk vond ik het een onzalig idee. Maar ondertussen, zeker de laatste dagen, sta ik daar niet meer zo afwijzend tegenover. Integendeel!
Na al dat geroep en gekraai van het kabinet: ‘Wees lief voor je naasten! Word vrijwilliger!’ ben ik er eens over na gaan denken en ben nu zover dat ik ook graag mijn bijdrage wil leveren. Meestal vind ik de plannen van het huidige kabinet onzalig maar dit keer niet. Ik stel echter dan wel voor dat we het direct GOED doen en geen halve maatregelen nemen. En hier komt nu mijn goede idee.
Zoals het er nu voor staat dreigt vooral de onderlaag de dupe te worden van het Verplicht Vrijwillig werken en dat zou toch een beetje sneu zijn.
Laten we daarom nou eens goed doorpakken. Vrijwilligerswerk: akkoord. Prima zelfs. Maar laten we dan eens grondig te werk gaan en beginnen met de bovenlaag.
Omdat ik nu niet zoveel tijd heb beperk ik me tot 3 punten waarvan ik direct het vermoeden heb dat deze punten de staatskas miljoenen, wat zeg ik: miljarden, zullen opleveren. Een econoom had me hierin niet verbeterd, zelfs Gerrit niet.
1 – Het Koningshuis. Goed voor ettelijke miljoenen op jaarbasis. Ik stel voor dat we de rollen van het koningshuis laten vervullen door vrijwilligers. Er is vast wel een meneer te vinden die zo af en toe wat lintjes wil doorknippen. Er is ook nog wel een mevrouw te vinden die dan glimlachend naast hem wil staan. Als je de hele entourage eromheen ook nog eens door vrijwilligers laat opvullen (hofdames, hofnarren en wat dies meer zij) dan hou je al heel wat over aan het eind van de maand.
2 – Dan de regering: vrijwilligers. Kom op zeg: zo moeilijk is dat heus niet, een land de afgrond in storten, dat kan een groepje vrijwilligers ook. Dus punt 2: het kabinet wordt gevormd door vrijwilligers. Zo slecht zullen ze het er absoluut niet vanaf brengen en de bevolking zal het niet merken, hooguit aan de staatskas die steeds voller zal raken.
3 – Laatste punt: bestuurders en bankiers. Laat de rol van bestuurders en bankiers vervuld worden door: natuurlijk vrijwilligers. Wat hiermee terugverdiend zal worden grenst aan het ongelooflijke.
Wat voor vrijwillige rol ik ga spelen, daar ben ik nog niet helemaal over uit. Ik denk dat ik positieve stukjes schrijf over al die mensen die vrijwilligerswerk doen. En dat doe ik – natuurlijk – helemaal vrijwillig.