‘Dit jaar blijf ik thuis’ zei ze tegen haar familie en vrienden. ‘Ik heb geen zin in al dat eten, in die feestjes, in die alcohol of wat dan ook: ik ga gezellig op de bank liggen en met een fleecedeken om me heen naar kerstfilms kijken’.
Op kerstavond ging ze naar de nachtmis. Zo gelovig was ze niet maar zo’n nachtmis vond ze altijd wel wat hebben. Eenmaal thuis at ze, zittend in haar luie stoel bij de brandende kachel en het licht van haar kerstboom, nog een plakje kerstbrood met roomboter en genoot. Wat had ze er goed aan gedaan dit jaar thuis te blijven! Toen ze even later naar buiten keek zag ze dat het harder was gaan sneeuwen. De Noorderhaven zag er sprookjesachtig uit en het was doodstil op straat.
‘Tijd om naar bed te gaan’ zei ze hardop en haar stem klonk vreemd luid in de stille wereld. Ze draaide de kachel lager, trok de stekker van haar boompje eruit en ging naar boven.
Ze werd wakker van een vreemd geluid. Op de een of andere manier voelde ze zich onbehaaglijk en ze bleef doodstil liggen. Haar ogen dwaalden af naar haar wekker op het nachtkastje. 03.33 uur, zeiden de lichtgevende cijfers. Elke vezel in haar lichaam was gespannen en er rinkelden alarmbellen in haar hoofd zonder dat ze begreep wat er aan de hand was. Zo lag ze daar terwijl een allesoverheersende angst haar lichaam verlamde. Toen hoorde ze op de trap een geluid, het was alsof iemand – of iets? – zich naar boven sleepte. Het volgende moment werd ze de geur van bederf gewaar. Het was een zware, zoete, lijkachtige stank, een lucht die deed denken aan rottend vlees. Alle schaduwen in haar kamer leken opeens in beweging te komen. Haar ademhaling ging snel, gejaagd, en haar hart bonkte zo luid dat ze zeker wist dat heel Harlingen dit kon horen. Haar mobieltje lag beneden op tafel maar zelfs als ze die bij zich had gehad was ze niet in staat geweest iemand te bellen. Gil! schreeuwde een stemmetje in haar hoofd. Gil zo hard je kunt! maar toen ze haar mond opende en probeerde te gillen lukte het niet.
Het slepende geluid kwam steeds dichterbij totdat het voor haar slaapkamerdeur stopte. Op het moment dat er aan haar deurknop gerammeld werd probeerde ze weer te gillen. Ze sperde haar mond open en met alle kracht die ze in zich had krijste ze het uit.
Ze werd wakker van haar eigen geschreeuw. Verdwaasd opende ze haar ogen en keek om zich heen. Ze zag haar eigen vertrouwde kamer. De schaduwen waren gewone schaduwen. Ze haalde diep adem en snuffelde. Ze rook niks. Geen rottend vlees. Ze spitste haar oren. Stilte. Heerlijke, prachtige, schitterende stilte. Ze werd overspoeld door een golf van opluchting. Het was een nachtmerrie, ze had het allemaal gedroomd, het was niet echt! Ze moest glimlachen toen ze aan haar blinde paniek van daarnet dacht. ‘Ik had een nachtmerrie die zich in mijn eigen kamer afspeelde, bespottelijk!’ Ze nestelde zich lekker in bed, trok haar dekbed wat hoger en sloot haar ogen. Net op het moment dat ze weer wegdommelde hoorde ze beneden iets. Een vreemd geluid, het klonk.. slepend. Onwillekeurig snoof ze even. Rook ze nu werkelijk… Ze keek op de wekker op haar nachtkastje.
Het was 03.31 uur.
2 gedachten over “Een kerstverhaal”
Lekker spooky! Heerlijk!
Dat was eng…Zalig, maar eng