Zomaar tussendoor even een mooi sprookje. Ik hou het kort omdat het laat is en ik naar bed wil – ik ben nog een beetje gaar van de afgelopen dagen. Daarnaast vertoef ik ook nog in Amsterdam en heb dus mijn eigen pc niet bij de hand.
Dit sprookje schrijf ik nu op de Ipad en dat gaat, ondanks het losse toetsenbord dat manlief laatst voor me kocht, toch wat minder snel dan op mijn eigen vertrouwde toetsenbord.
Desalniettemin (lekker woord en het vult altijd goed op) heb ik toch nog even tijd voor een sprookje. Komt ‘ie, het sprookje. Aan het eind zal je ontroerd zijn en een traantje wegpinken, let maar op. Zelf voel ik, nu ik ga beginnen, ook al een brok in mijn keel opkomen.
Daar gaan we dan:
‘Er was eens een land, heel ver hier vandaan. In dat land woonden veel mensen: arme mensen, rijke mensen. Gelukkige mensen, ongelukkige mensen. Gezonde mensen, zieke mensen. Dikke mensen, dunne mensen. Lange mensen, korte mensen. Slimme mensen, domme mensen. Mooie mensen, lelijke – ja ja, nou weet je het wel denk ik. Alle soorten mensen woonden in dat verre, verre land. De mensen vlogen elkaar regelmatig in de haren en de scheidslijn tussen arm en rijk werd steeds groter. De kloof leek op den duur onoverbrugbaar en zeker met de komst van een kabinet dat totaal niet opgewassen was tegen zijn taak, namelijk: het land op een gezonde manier besturen, werd de kloof steeds groter.
Miljoenen mensen woonden in dat verre land. De mensen in dat verre land zuchtten onder de torenhoge belastingen en klaagden steen en been over de vreselijke bezuinigingen die het kabinet hen oplegde. Dag na dag kwamen er steeds meer werklozen bij. Elke dag werden gezinnen op straat gezet omdat de mannen en vrouwen hun banen verloren en de hypotheek niet meer konden betalen. De belastingdruk werd steeds hoger en het volk kreunde en steunde steeds luider.
Toch, ondanks al deze narigheid, had het volk een droom. EEN collectieve droom hadden de mensen in dat land. Het was een prachtige, schitterende droom en iedereen – of bijna iedereen dan – had dezelfde droom.
Het volk droomde er namelijk van een familie te adopteren. Die familie zouden ze vertroetelen en verwennen. Ze zouden ervoor zorgen dat het die familie aan niets ontbrak.
‘Nooit zou die familie belasting hoeven te betalen’ sprak het volk. ‘En ze zullen ook nooit hoeven te werken voor de kost. We zullen ze compleet onderhouden en we zullen er altijd zorg voor dragen dat ze van alles tot hun beschikking hebben. Paleizen, vliegtuigen, schepen, treinen en boten: alles wat hun hartje begeert zullen ze van ons cadeau krijgen.’
Zo gezegd zo gedaan. De paleizen werden gebouwd en ingericht, hermelijnen mantels werden vervaardigd en zakken vol goud en diamanten werden naar de paleizen gedragen.
Een enkeling die het waagde te protesteren werd rücksichtslos de mond gesnoerd en ging voor de rest van zijn leven achter de tralies. Dat was een beetje sneu, maar het volk wilde de collectieve droom niet laten verstoren.
Toen het volk eenmaal een familie gevonden had die het graag wilde onderhouden, verwennen en vertroetelen was het heel erg gelukkig.
‘Wat zijn jullie bijzonder!’ riepen ze heel de dag in koor. Ze riepen het zo hard en zo lang dat de familie, die bestond uit heel gewone mensen, uiteindelijk inderdaad zelf ging geloven dat ze door God gezonden waren. De familie werd steeds groter en het volk bracht steeds meer centjes naar hen toe. De belastingdruk werd hoger en hoger maar dat maakte het volk niet uit: dankbaar waren ze, dat ze deze familie mochten onderhouden, intens dankbaar en gelukkig.
Eens in het jaar werd een groots volksfeest gehouden om de familie te herdenken en te bedanken en als er eens iets bijzonders in die familie gebeurde: een huwelijk of zo, dan ging het volk nog VEEL meer betalen omdat het natuurlijk ondenkbaar was dat de familie hun eigen feestjes en partijtjes zouden betalen.
Zo leefde iedereen in dat land lang en gelukkig. Het was mooi. En het was goed. En de familie lachte zich helemaal kapot terwijl het volk juichte en juichte.’
—————
Zeg maar eerlijk: je hebt dit sprookje met tranen in je ogen zitten lezen! Ik ook. Nooit gedacht dat ik ooit nog eens geroerd zou zijn door mijn eigen verhaaltjes, maar nu ben ik dat toch echt. Ik denk dat dit misschien wel het mooiste sprookje is dat ik ooit verzonnen heb. In ieder geval wel het meest hilarische.
1 gedachte over “De Collectieve Droom”
Tja, die koningshuizen …