Dat was genoeg

Dat was genoeg

Het was een echte decemberavond toen de vrouw aan de keukentafel zat met haar handen om een mok thee gevouwen. De verwarming tikte, de koelkast zoemde zacht op de achtergrond, buiten was het donker en nat en de takken van de kale bomen zwiepten heen en weer.
‘Het was een raar jaar,’ zei de vrouw.
‘In welke zin?’ vroeg de man.
‘Wat denk je zelf?’ zei ze. ‘Misschien omdat je…’ Hier zweeg ze. Ze had geen zin om te zeggen: ‘Misschien omdat je overleed’, dat klonk verschrikkelijk. ‘Omdat er zoveel veranderde,’ zei ze daarom. ‘Ik had werkelijk geen idee dat het dit jaar zou gebeuren. Jij wel?’
‘Ik wel,’ zei de man.
Ze knikte zonder verrast te zijn.
‘We hadden het er vaak over,’ zei hij. ‘Over euthanasie.’
‘Al jaren,’ beaamde ze. ‘Maar toch…’

Ze stond op en schonk wat thee bij. Op dat moment begon de wasmachine in de bijkeuken te centrifugeren. Het begon met een zacht gebrom maar werd al snel een bonkend lawaai.
‘Waarom doe je ’s avonds de was?’ zei de man. ‘Ik heb je toch honderd keer gezegd dat het overdag moet? We hebben zonnepanelen, daar is het hele idee van overdag wassen op gebaseerd.’
‘Ja, ja,’ zei de vrouw. ‘Je hoeft het me niet uit te leggen hoor.’
‘Kennelijk wel want je doet het niet,’ mopperde de man.
‘Klopt. Want ik ben eigenwijs. Dat weet je.’
‘Dat weet ik.’

Ze bleef staan tot het lawaai iets minder werd, liep terug naar de keukentafel en ging weer zitten. ‘Ik heb trouwens een afspraak voor nieuwe banden,’ zei ze.
‘Wanneer?’
‘Over twee weken. Bij KwikFit in Leeuwarden, waar jij ook altijd naar toe ging.’
‘Heel goed,’ zei hij. ‘Daar ben ik blij om.’

Nadat haar thee op was stond ze op en bleef even staan bij het raam in de woonkamer.
‘Wat doe je met kerst?’ vroeg hij.
‘Ik ga naar jouw kinderen,’ zei ze.
‘Fijn,’ zei hij zacht.
Ze draaide zich om en begon de lampen uit te doen. ‘Iedereen neemt wat eten mee. Ik neem je oude fotoalbums mee. Dat zullen ze leuk vinden.’
‘Dat klinkt goed.’
Ze liep verder naar de slaapkamer. Op het nachtkastje brandde het kleine kerstboompje. Ze deed het altijd aan als het donker werd. Soms ook al daarvoor. Ze ging op de rand van het bed zitten. Het was koud, ze had al een kruikje in haar bed gelegd.

‘Ik wil de lezers bedanken,’ zei ze. ‘Voor hun lieve berichten. Voor alles wat ze met me gedeeld hebben. Dat ze de moeite namen te schrijven.’
‘Dat is mooi,’ zei de man. ‘Mensen herkennen het verhaal. Liefde en verlies zijn misschien wel het enige waarin we elkaar echt begrijpen.’
‘Is het echt verlies?’ zei ze toen.
‘Winst is het niet,’ zei de man op zijn vertrouwde droge toon.
‘Wat écht was kan je niet kwijtraken,’ zei de vrouw. ‘Het verandert alleen.’
Hij zei niets. En toch voelde ze hem.
‘Het voelt niet alsof je weg bent,’ zei ze.
‘Dat ben ik ook niet,’ zei hij.
Ze knikte.
‘Ik weet het.’
Even zwegen ze allebei. Toen kroop ze onder het dekbed.
‘Heerlijk, zo’n kruikje,’ glimlachte ze.

Ze merkte dat haar ogen zwaar werden. ‘Fijne feestdagen iedereen,’ murmelde ze. ‘En een goed 2026. Voor wie dit leest. Voor wie doorgaat. Voor wie verder moet met iemand die er niet meer is, maar toch blijft.’
‘Ook namens mij,’ zei de man.
Daarna werd het stil in de kamer. De regen tikte tegen het raam. In de keuken bromde de koelkast nog steeds. Verder gebeurde er niets.
En dat was genoeg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Archieven

Website laten maken?

De Rebelse Huisvrouw