Het Weekend Terschelling – kort verhaal
‘Kom,’ zei Conny toen we die avond het Heartbreak Hotel op Terschelling verlieten. We hadden net een paar glaasjes wijn gedronken, de tent ging sluiten en ik verlangde naar m’n bed. ‘Kom,’ zei Conny dus. ‘We gaan nog even een flinke wandeling maken. Daar slapen we goed op straks.’
Zonder te wachten op mijn antwoord beende ze weg. Ik keek haar na, zoals ze daar wegmarcheerde en weer overviel me dat gevoel dat ik de laatste jaren steeds vaker had. Een vaag, onbestendig gevoel. Een gevoel van…Ik weet het niet. Een gevoel van: hoe kom ik van deze vrouw af. Laatst betrapte ik mezelf op de gedachte: wat als ze nou heel oud wordt? Wat als ik nog 20 jaar aan die kenau vastzit?
‘Doe je schoenen uit!,’ brulde ze. ‘We gaan nog even pootje baden!’ Ik fronste. Dat gecommandeer hing me werkelijk de strot uit. Het werd al donker, er stond een stevige bries en de zee was wild. Pootje baden was allesbehalve aanlokkelijk.
Zuchtend trok ik mijn schoenen uit en liep Conny achterna. Ik had ergens gehoopt dat een paar dagen Terschelling ons nader tot elkaar zouden brengen maar mijn weerzin leek alleen maar te groeien.
‘Het water is niet koud!’ schreeuwde ze. De golven beukten tegen haar enkels en kuiten en haar opgetrokken broek werd nat. Zoals ze daar krijsend in de branding stond, maaiend met haar armen en op en neer springend als een doorgesnoven konijn, leek ze eigenlijk volkomen krankzinnig en de gedachte straks weer naast haar in bed te moeten liggen vervulde me opeens met walging.
De lucht werd dreigend en het ging nog harder waaien. Er werd vanuit het niets een enorme hoeveelheid drijfhout op het strand gekwakt. ‘Volgens mij moeten we terug,’ riep ik. ‘Het gaat stormen!’ maar ze hoorde me niet. Of ze deed alsof ze me niet hoorde. Zoals altijd. Mijn mening was onbelangrijk. Zoals altijd.
Toen ik een huizenhoge golf op haar af zag komen zweeg ik. Ik dacht zelfs: ik hoop dat je weggespoeld wordt. Ik zweeg ook toen ik de enorme kwal zag die vanuit de hemel – zo leek het althans – voor haar voeten neergesmeten werd. Hij zakte weg in een plas membranen, een hoopje slijmerige slierten opgesloten in nat zand.
Conny had juist haar voet opgetild voor de volgende stap maar het was te laat. Ze plantte haar rechtervoet vol in de kwal, schreeuwde het uit en verloor haar evenwicht. Dat was alles. Ik keek enkele seconden toe zonder te bewegen. Toen keek ik over mijn schouder. Bij het Heartbreak Hotel hadden ze niks in de gaten. Dat kon ook niet, het was ondertussen aardig donker. Op mijn gemak liep ik op Conny af die op de grond lag. Ze keek me aan en zag eruit alsof ze wilde gillen maar er kwam geen geluid.
‘Gaat het?,’ zei ik. ‘Je ziet er niet zo goed uit.’
Ze greep naar haar borst, haar ogen wijd open.
Ik tuurde over haar heen naar de horizon en in mijn gedachten hoorde ik haar stem, gillend en krijsend zoals ik hem de afgelopen 25 jaar zo vaak had gehoord. ‘Een Jan Lul ben je!’ Hoe vaak had ze me dat niet toegebeten? We zouden wel eens zien wie hier nu de Jan Lul was.
Conny rolde op haar buik en klauwde om zich heen. Ze probeerde op te staan. Tot het einde zag ik haar worstelen. Toen viel ze voorover in het zand.
Langzaam liep ik terug, richting Heartbreak Hotel. De wind had de vorm van een kleine orkaan aangenomen en het kon elk moment gaan regenen. Mijn hoofd en hart voelden vreemd licht. Deze dagen Terschelling hadden ons toch nog nader tot elkaar gebracht.
5 gedachten over “Het Weekend Terschelling”
Zalig dit. Ik ging er heel even in mee en dacht na over de breekbaarheid van relaties en hoe een relatie in stand houden er met de jaren die verstrijken niet makkelijker op wordt. De kleine kantjes worden groot zoals kinderen groot worden.
Maar toen kwam de kwal en dacht ik, ah ja… 🙂
Mooie foto. Eigen makelij?
Blijft een mooi verhaal. Ik verzin er dan meteen een vervolg achteraan. Hoe gaat inspecteur X dit aanpakken?
?
Eind goed al goed?