Hallo lief dagboek,
Ik volg nog steeds het nieuws, maar ik betrap mezelf erop dat ik steeds vaker denk: misschien moet ik er toch maar mee ophouden. In het Engels zeggen ze: ignorance is bliss, wat zoveel betekent als: onwetendheid is gelukzaligheid, maar ja, of je daar wat mee opschiet? Hoe dan ook: in de kranten is het één en al doffe ellende en dan heb ik het nog niet gehad over de experts op tv, die gitzwarte tijden voorspellen. Steeds vaker hoor ik het woordje ‘oorlog’ en steeds vaker denk ik aan pa die vroeger al tegen moe zei: ‘Moet jij eens opletten wat er nog allemaal in Nederland en Europa gaat gebeuren.’ Moe lachte dan wat schamper, omdat de situatie in Suriname op dat moment niet al te rooskleurig was (avondklok, lege schappen in de winkels), maar pa had het goed gezien. Wat een vreemde wereld is het geworden. Soms denk ik dat… Enfin, het maakt niet uit wat ik denk, tijd voor mijn dagboek en ik begin bij:
Donderdag 5 december
Ben cadeautjes aan het pakken, dochter en ik gaan zo naar ex en haar (half)broertje en -zusjes, Pakjesavond vieren. Het is grijs en grauw en ik moet ook bagage pakken, want morgen vlieg ik voor een paar dagen naar Madrid, wat een hectiek allemaal. Had ik trouwens al verteld dat dochter in het land is, dagboek? Ik geloof het niet. Ze blijft tot februari, heerlijk!
Zaterdag 7 december
Gisteren op Schiphol hadden we, vanwege het slechte weer, een paar uur vertraging en heel even was ik bang dat het niet door zou gaan vanwege de vele gecancelde vluchten, maar we zijn er nu toch: Madrid! Ben hier met vriendinnetjes K. & K. die ik het grootste deel van mijn leven ken, en we hebben een heerlijke dag gehad.
Zo ontzettend fijn om even langer met elkaar weg te zijn; je komt dan tot een heel ander soort gesprekken.
Zondag 8 december
Lig in bed, hadden weer een heerlijke dag. Overdag veel gelopen en lang op een terras gezeten, tapas gegeten en gebabbeld. Er zijn mensen die altijd direct proberen alles wat een ander zegt te weerleggen (misschien willen ze laten zien hoe slim ze zijn), maar dat is bij ons niet zo; we luisteren naar elkaar en gaan dieper in op wat de ander zegt. Moet nu echt gaan slapen, had dat cognacje op het eind niet moeten doen, zal morgen hoofd wel voelen.
Maandag 9 december
Voelde ik hoofd vanochtend? Nee. Voelde me heel gammel maar had geen hoofdpijn. Pffff.
Dinsdag 10 december
Weer thuis. Het waren fantastische dagen, hebben afgesproken dit vaker te doen. Hoeft niet eens Madrid te zijn, Maastricht is ook goed, maar in elk geval samen op pad. Zalige tapas gegeten, verrukkelijke sangria’s gedronken en zeldzaam veel gelachen. Het was best koud, maar die zon en blauwe lucht maken zóveel goed. Waarom moet het hier altijd zo deprimerend grijs en grauw zijn? Ik heb constant het gevoel dat ik door troosteloze steegjes uit een roman van Charles Dickens dwaal; laatst vroeg ik me zelfs bezorgd af of ik misschien kleurenblind aan het worden ben. Of dat ik in een jaren ’50 film beland ben.
Woensdag 11 december
09.50 uur. Gesprek tussen twee vrouwen in de rij achter me op vliegveld laatst:
‘Zolang ze niet zegt: ‘Ik gedroeg me laatst wel erg idioot’, is ze voor mij niet dezelfde. Ik kijk heel anders tegen haar aan, er is iets kapot. Ik merk gewoon dat ik heel veel afstand van haar genomen heb.’
‘Dan kun je lang wachten. Ze is heel slecht in hand in eigen boezem steken.’
Interessant, zulke gesprekken.
10.10 uur. Heb laatst per ongeluk een zak eclairs gekocht, en ik heb nu al tien van die dingen achter elkaar opgegeten. Het is echt beschamend; ik ben constant aan het ageren tegen alle suikers, maar ondertussen. Ga de rest weggooien, kennelijk heb ik geen ruggengraat en zelfbeheersing.
23.23 uur. Oom H. en buuf Annie kwamen eten, had geroosterde groente en lamsvlees gemaakt. Kregen het – uiteraard – over de toestand in de wereld, waarbij oom H. zei: ‘We hebben in Nederland politici die zich drukker maken om het formaat van de kerstboom of over de kapsels van dames tijdens formele bijeenkomsten – het is toch logisch dat alles in elkaar stort?’ Buuf Annie knikte en zei: ‘Ik begin Mark Rutte steeds meer te missen.’
‘Schei toch uit, mens,’ snauwde oom H. geïrriteerd, waarna we maar over iets anders begonnen.
Donderdag 12 december
Ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik denk: ‘Ik moet pa even bellen,’ om me dan meteen te realiseren dat ik pa niet meer kan bellen. Zojuist was ik even in de Plus, en in gedachten zag ik pa bij de taarten staan. ‘Welke taart zal ik kopen, welke vinden jullie lekker?’ zei hij. Moe stond achter hem en zei: ‘Doe die schnitte maar, die ziet er goed uit,’ waarna pa me vragend aankeek.
‘Komt het goed met de wereld, pap?’ vroeg ik.
Pa bromde: ‘Zolang er taart is, komt het wel goed.’ Moe knikte instemmend en duwde hem zachtjes richting kassa. Ik bleef staan, met een brok in mijn keel, terwijl ik ze vol liefde nastaarde.
De wereld is één grote puinhoop, maar het was gek dagboek: op dat moment voelde het heel even alsof alles klopte, daar bij die taarten van de Plus.