Zolang je blijft denken is er niks aan de hand!

Al Honderd Dagen
Honderd dagen. Honderd. Zolang was het nu al dat de man weg was.
‘Het voelt niet als honderd dagen,’ zei de vrouw tegen de man. ‘Het voelt als…’ – hier zweeg ze, want ze had eigenlijk geen idee hoe lang het nu voelde. Het voelde als zes dagen, maar het hadden er net zo goed zeshonderd kunnen zijn.
‘Ik weet niet hoe dat zou moeten voelen,’ zei de man. ‘Waar ik nu ben hebben we geen begrippen als tijd. We zijn, dat is alles.’
De vrouw knikte. ‘Meer is er niet,’ antwoordde ze, en ze wist dat de man glimlachte.
Een paar dagen geleden dacht ze terug aan hun laatste week samen – de Week van Het Aftellen.
‘Het was een onwerkelijke week he?’ zei ze, en de man beaamde het: ‘Nou en of.’
In die week hadden ze de auto en de autoverzekering op haar naam gezet en, stelde de man voor, ‘laten we het energiecontract ook alvast doen.’
Dat lukte niet, omdat er nog geen akte van overlijden was. ‘Jammer,’ zei de man spijtig, ‘dan moet je dat daarna maar regelen.’ Hij keek haar vorsend aan. ‘Luister je wel?’
Ze lachte kort. ‘Ik luister,’ antwoordde ze – maar dat had ze niet gedaan, omdat ze dacht: volgende week om deze tijd ben ik weduwe, en die gedachte vond ze zo ontstellend vreemd en onwerkelijk dat er geen ruimte voor andere gedachten was.
‘Wil je het abonnement op de Consumentengids houden?’ hoorde ze de man vanuit de verte zeggen, en ze werd wakker.
‘Nee,’ zei ze beslist, en ze stond op om een appelflap voor hem te pakken.
De voorlaatste dag waren ze samen voor de allerlaatste keer naar Franeker gegaan om daar een kopje koffie te drinken, en op de terugweg naar huis stopten ze bij een weiland waar een pasgeboren veulen wankel op zijn benen stond. De man legde zijn handen op het hek. ‘Wat mooi,’ zei hij zacht. ‘Hij moet nog op eigen benen leren staan,’ en de vrouw dacht: hij niet alleen, maar dat zei ze natuurlijk niet, want ze wilde niks zeggen waardoor hij zich misschien zorgen om haar zou kunnen maken, dat deed hij al genoeg.
Soms gebeurden er dingen waarvan de vrouw dacht: wat zou het leuk zijn als hij dit mee had gemaakt. Zoals laatst, toen zijn kleindochter had gebeld om te vertellen dat ze in verwachting was. (De man en de vrouw scheelden behoorlijk wat jaren in leeftijd: de man had kinderen uit een eerder huwelijk die zo oud waren als zij en kleinkinderen die inmiddels volwassen waren).
‘Je wordt overgrootvader!’ zei de vrouw opgetogen toen ze het hoorde.
‘Dat weet ik,’ antwoordde de man. ‘Ik wist het al voordat zij het wist,’ en de vrouw vond dat een geweldige gedachte.
Op de een of andere manier had ze trouwens ook het gevoel alsof er telkens wat stuk ging in huis. Was dat vroeger ook al zo? vroeg de vrouw zich af. Nu hadden weer twee dingen het begeven: de lampjes in de badkamer en ook het licht in de bijkeuken waren stuk. ‘Dat van die bijkeuken lukt me nog wel,’ zei de vrouw tegen de man, ‘maar die halogeenlampjes van de badkamer zijn wel een probleem.’
‘Dat komt vast wel goed,’ zei de man.
‘Vast,’ antwoordde de vrouw.
‘Bovendien klaagde je altijd over dat licht, dus nu heb je eindelijk je zin.’
Hierop besloot de vrouw niets te zeggen; uit ervaring wist ze dat dat niet op zou schieten.
Kortgeleden was ze bij Het Zilt een kop koffie gaan drinken. Een tafeltje verderop zaten een man met donkere krullen en een blonde vrouw samen te praten en te lachen, en onwillekeurig glimlachte de vrouw terwijl ze hen gadesloeg.
‘Zolang er mensen zijn die samen blij zijn, is de wereld niet leeg,’ zei de man, die haar blik had gevolgd, en de vrouw zei: ‘Klopt, maar soms lijkt ze te groot en dan heb ik het gevoel dat ik verdwaal in mijn eigen stappen.’
‘Verdwalen kan niet,’ zei de man. ‘Waarheen je ook loopt, ik loop altijd met je mee.’
‘Al honderd dagen,’ zei de vrouw.
‘Al honderd dagen,’ herhaalde de man.
Ze keek nog één keer naar de mensen aan het andere tafeltje, betaalde en ging naar buiten. Er stond een stevige wind en even leek het alsof iemand een hand op haar rug legde.
Ze sloot haar jas, ademde diep in.
Zette een stap.
Toen nog een.
Achter haar lagen, wist ze, honderd dagen.
Voor haar: een nieuwe.

Archieven
Categorieën
- 01 – KORTE VERHALEN
- Broer
- Dagboek
- Dagelijkse Dingen
- De Doordouwers
- Denkbeeldig Gesprek
- Dochter
- Een Familieroman
- Films & Series
- Gedichten
- Gepubliceerd
- Gesprekken
- Graaiers
- Het Verhaal van Julia
- Humor
- Hypochondrie
- Kantoorperikelen
- Koningshuis
- Liedje van de Week
- Open Brief
- Ouders
- Politiek
- Rondom Harlingen
- Sprookjes
- Taal
- VZTZ
- WE 300
- Willekeurige Herinneringen