Er zijn veel dingen waar ik als moeder in te kort schiet. Dat weet ik. Pedagogisch ben ik ook niet altijd even verantwoord bezig. Zo kwam mijn dochter als klein meisje, het was in groep 3, eens thuis met de wijze woorden van juf Jannie: ‘van juf Jannie mogen we geen ‘shit’ zeggen.
We moeten ‘chips’ zeggen.’
‘Goh,’ antwoordde ik, een klein beetje geprikkeld door dit in mijn ogen bemoeizieke gedrag van de juf. ‘Interessant zeg. Moet je horen lieverd: wat jullie op school zeggen moeten jullie zelf weten, maar hier thuis zeggen we gewoon ‘shit’.’
Zo hebben zich in de loop der jaren hier wel meer gebeurtenissen voorgedaan die vast de goedkeuring van dokter Spock niet weg hadden kunnen dragen.
‘Altijd terugslaan’ was ook een van mijn adviezen in die tijd. ‘En hard ook. Ook als het jongetjes zijn.’
Kom op zeg! Ik wou dat kind wat weerbaarder maken, de wereld na peuter- en kleuterschool is al hard genoeg!
Vaak voelde ik me wel wat schuldig om het een of ander, ik denk dat elke ouder dat wel heeft. We voelen ons schuldig om dit of om dat, er is altijd wel iets. Ik voel me regelmatig schuldig omdat ik geen keukenprinses ben bijvoorbeeld. Het liefst zet ik mijn kind elke dag zeer gezonde en verantwoorde maaltijden voor maar dat lukt niet altijd.
Mijn schuldgevoel probeer ik regelmatig af te kopen en dat helpt. Als ze weer eens een paar nieuwe Uggs gekregen heeft bijvoorbeeld, voel ik me veel minder schuldig als ik haar weer eens een week lang een magnetronmaaltijd voorzet. Voordat ik de jeugdbescherming op mijn dak krijg: dit is een grapje! Het voorbeeld dient slechts ter illustratie! De magnetronmaaltijden doe ik hooguit 3x per week(!!!) 😉
Hoe dan ook: vanmiddag voelde ik me schuldig. En niet door iets wat dochterlief me aanpraatte terwijl ze me beschuldigend aankeek, zoals regelmatig gebeurt. Nee, het volgende deed me immens schuldig voelen. Dochter wou een nieuw bed hebben. Een tweepersoonsbed. Ik had in de loop der tijd weer wat schuldgevoel opgebouwd dat hoognodig weggewerkt diende te worden dus manlief en ik togen samen naar Ikea, dochter bleef thuis. We werden geholpen door een slungelige jongeman die ons met nogal wat dedain behandelde. Misschien kwam dat omdat we geen zin hadden ons het aller- allerduurste matras te laten aansmeren, iets waar de slungelige verkoper duidelijk op uit was. Aan het bed, de lattenbodem en het nachtkastje kon hij niets veranderen want we wisten precies wat we wilden hebben, maar het matras was een ander verhaal. Hij wou ons niet zomaar een matras meegeven, dat was duidelijk.
‘Ik wil graag een matras voor het bed’ begon ik.
‘Gaat u erop slapen?’ vroeg de slungel.
Op zich vond ik dat al een wat vreemde vraag. Who Cares? Ik vraag om een matras! Braaf antwoordde ik: ‘nee, mijn dochter gaat erop slapen.’
Nu werd het menens. Hij ging er eens extra recht voor staan.
‘In dat geval moet ik u adviseren met uw dochter hierheen te komen.’
Omstandig begon hij me uit te leggen waarom ik absoluut niet zomaar een matras mocht kopen (behalve dan een in de allerduurste categorie, daar kon ik me geen buil aan vallen).
Het had alles te maken met rug, schouders, heupen, gewicht, buik- of zijslapen en terwijl hij omslachtig uitlegde waarom het zo belangrijk was dat ik een heel goed (en duur) matras kocht, keek hij me steeds verwijtender aan. Nadat ik zelf diverse matrassen probeerde was ik eruit.
‘Dit vind ik een lekker matras’ wees ik hem aan. De verbijstering spatte uit zijn ogen.
‘Toch moet ik u adviseren het niet te doen. Mijn ervaring is dat mensen dan na 2 weken weer terugkomen en alsnog bla bla bla’.
Van de moeite die ik heb moeten doen om betreffend matras mee te krijgen kan ik een lang verhaal maken maar dat doe ik niet. Uiteindelijk lukte het me de matras mee te nemen en daar ging het om.
Hij zei het niet hardop maar bij het weggaan hoorde ik hem denken: ‘u bent een slechte moeder.’ En nou voel ik me toch weer schuldig. Het wordt weer een dure grap al met al deze maand.