Dat is nou een pak van m’n hart. Ik maakte me echt al zorgen. Grote, grote zorgen. Maar dat hoeft nu dus niet meer. Goddank. Een heerlijke opluchting maakt zich van me meester en ik heb gewoon een brok in mijn keel, zo ontroerd ben ik. Ergens in mijn ooghoek voel ik een traan opkomen en ja, daar gaat ‘ie al: langzaam biggelt hij over m’n wang naar beneden. Prachtig, dit soort serene, intense ontroering. Nooit geweten dat ik in staat was dit te ervaren, maar wel dus. Zo zie je maar: een mens blijft zichzelf verbazen.
Natuurlijk wil je nu weten waarom ik emotioneel zo ontdaan en ontroerd ben. Logisch! Ik zal het vertellen. Eerst was ik geschokt. En boos. En verbijsterd. En verdrietig. En weer boos, heel, heel boos. In mijn boosheid dacht ik dingen die politiek niet correct waren, zoals: ‘piep piep piep.’ (Geschrapt wegens buitengewoon grof taalgebruik).
Vreselijk, dat ik dat dacht. HOE heb ik dat allemaal kunnen denken? Ik had dat nooit, nooit mogen denken. Ik dacht het omdat ik het zo oneerlijk vond wat er gebeurd was.
Stel je namelijk het volgende voor: je loopt ergens. Gewoon, in je eentje. Opeens staan er ACHT knapen om je heen en word je genadeloos afgerost. Voor dood word je achtergelaten, nadat er alles, maar dan ook echt alles aan gedaan is om je definitief naar het hiernamaals te trappen.
Dat is dus wat er gebeurd was, niet zo lang geleden en ik vond het vreselijk. Smerig. Gemeen. En laf en laaghartig. Ik begreep niet in wat voor wereld we leefden en ook niet hoe het kon dat dit allemaal steeds opnieuw gebeurde. Daar werd ik dus heel emotioneel, boos en verdrietig van. Het ‘waarom’ herhaalde zich vaak in mijn hoofd maar het antwoord dat ik zocht kreeg ik niet.
Je kunt je niet voorstellen dat dit zomaar gebeurt.
Nadat ik, sedert het horen van dit bericht, constant worstelde met de ‘waarom’-vraag en met een knagend gevoel kwam vandaag de opluchting. Wat een zalig gevoel was dat! De spanning die zich in me opgebouwd had, de boosheid, de machteloosheid, het verdriet om deze onbekende jongeman: in één keer voelde ik het wegglijden. In plaats daarvan kwam de brok, de ontroering, de stille traan der blijdschap.
Wat las ik namelijk vandaag met grote koppen in de krant naar aanleiding van deze afschuwelijke gebeurtenis: ‘Geweld ‘niet zomaar’.’
Huh? Niet zomaar? Maar DAT veranderde de zaak!
Als het geweld ‘Niet Zomaar’ is, dan is het geweld dus met een goede reden. De verklaring van de advocaat volgde al gauw:
‘Een van de jongens had een trap tegen een fiets gegeven en de man had daar iets van gezegd. Daarop besloot de groep het slachtoffer aan te vallen.’
Jaja. De moraal van het verhaal was me geheel duidelijk.
En ik maar denken dat het ‘zomaar’ zinloos geweld was. Wat een opluchting.