Beste Etosverkoopster,
Je bent mij ongetwijfeld vergeten maar ik jou niet. Misschien als je me ziet dat er dan een lichtje bij je gaat branden maar zelfs dat waag ik te betwijfelen. Je maakte niet een al te snuggere indruk namelijk.
Als ik je vertel dat we elkaar vorig jaar op 3 februari ontmoet hebben, herinner je je dan al iets meer? Vast niet. Het was die dag dat half Nederland urenlang vastzat vanwege het kleine beetje sneeuw dat er gevallen was. Natuurlijk heerste er weer een totale chaos bij de spoorwegen en er reden nauwelijks treinen meer. Duizenden mensen waren gestrand op Utrecht CS en ik was er een van. 8 uur lang heb ik daar rondgedoold, tot op het bot verkleumd en vernikkeld.
‘Wat heb ik hier allemaal mee te maken?’ denk je nu natuurlijk. Wacht, daar kom ik zo op. In de immense hal van Utrecht CS zijn er allemaal winkeltjes, waaronder een Etoswinkel. Hier liep ik naar binnen. (We zijn nu bijna bij mijn punt). Toen ik daarna wegging werd ik me bewust van de heerlijke warme luchtstroom en: enfin, lees de brief maar die ik als klacht naar je baas gestuurd heb. Ik hoop serieus nog steeds van harte dat je ontslagen bent toen, want je gedrag was werkelijk beneden alle peil:
———————–
Van: Lilian [mailto: lilian@gmaill.com]
Verzonden: maandag 6 februari 2012 13:44
Aan: Etos
Onderwerp: KLACHT verkoopster
Beste meneer of mevrouw van de Etos,
De afgelopen vrijdag, 3 februari, strandde ik – evenals velen met mij – op het Centraal Station van Utrecht. Dit was vervelend natuurlijk, maar het kan gebeuren. Ik was vanuit Leeuwarden op weg naar Rotterdam en kwam onderweg vast te zitten. Terwijl ik daar op dat station wat heen en weer drentelde realiseerde ik me opeens dat ik mijn Oil of Olaz niet meehad en zag tot mijn vreugde een Etoswinkel.
Toen ik klaar was keek verder nog even wat rond en besloot me toen weer naar de stationshal te begeven waar ik inmiddels al enkele uren had doorgebracht. Terwijl ik naar de uitgang liep voelde ik ineens een warme luchtstroom boven mijn hoofd en dit voelde even weldadig. Immers: als je urenlang in een ijskoude stationshal wacht word je er niet warmer op. Terwijl ik daar stond, realiseerde ik me hoe koud ik geworden was.
Zo stond ik daar enkele ogenblikken te genieten van de warme luchtstroom, totdat er een verkoopster naar me toe snelde. ‘Eruit’, siste ze venijnig, ‘wegwezen’. Ik keek geschrokken om me heen. Had ze het tegen mij? Gebeurde dit echt?
‘Eruit, wegwezen’, herhaalde de verkoopster nogmaals. ‘Dit is geen sociale opvang, opschieten’.
Met heftige handbewegingen zette ze haar woorden kracht bij. Omdat het me niet zinvol leek een discussie aan te gaan met een duidelijk overspannen verkoopster – wie weet was ze écht gevaarlijk – verliet ik verbijsterd de winkel.
Ik begreep in een keer waar de sprookjes van Hans Christian Andersen (neem bijvoorbeeld ‘Het meisje met de zwavelstokjes’) of Grimm op gebaseerd zijn: op dit soort mensen. Het is onbegrijpelijk dat dit kan en mag gebeuren. Ik was – natuurlijk – niet van plan om daar de hele avond te staan, ik wilde alleen heel even warm worden. Ik ben niet echt een landloperstype en stond niet in mijn oudste vodden lallend en schreeuwend flessen wijn naar het publiek te gooien. Waarom dit moest gebeuren is me een raadsel maar om u de waarheid te zeggen: ik ben nog steeds ontdaan. Zo ontzettend veel ONmenselijkheid in enkele seconden tijd in een toch al heel vreemde situatie heb ik nog nooit meegemaakt
Ik wil u dit vertellen in de hoop dat u de betreffende verkoopster misschien duidelijk kunt maken dat dit niet de manier is om met klanten om te gaan. Etos zal voor mij – voorlopig – gekoppeld blijven aan een heel koude avond waarbij ik niet verder kon reizen, tot op het bot verkleumd was en voor het eerst in mijn leven kennis maakte met het begrip ONmenselijkheid.
Met vriendelijke groet,
Lilian
———————–
Weet je het alweer beste verkoopster? Je baas vond het niet leuk. Ik kreeg direct een reactie en moest je beschrijven, omdat er die avond drie dames aan het werk waren. Dat beschrijven was niet moeilijk. Bijna 2 meter lang, kort bruin haar, een verwilderde blik en zwaar overspannen.
Ik weet zeker dat je jezelf in deze beschrijving herkent. En ik hoop dat je je diep schaamt over je gedrag. Maar ik betwijfel of je dat doet. En dat vind ik nog het allerergste.